Rumi over virtue signalling

13 September 2024

(Voor het eerst gepubliceerd op Utrecht Religie Forum op 3 september 2024)

Voor elke gelovige loert het gevaar van hypocrisie: het uiterlijk vertonen van vroom gedrag zonder dat men innerlijk echt vroom is. Men handelt dan om de verkeerde redenen, bijvoorbeeld sociaal aanzien of om het eigen ego te strelen, in plaats van uit liefde voor God. Ofwel: virtue signalling. In de Perzische mystieke islam zijn er hele sociaal-literaire bewegingen ontstaan om hiervoor te waarschuwen.

Het genre van de vagebond

Een genre dat dit doel dient is qalandariyyat. Dit is poëzie over de non-conformistische, schandalen veroorzakende vagebond (qalandar) en zijn metgezellen. Deze gedichten schetsen een parallelle wereld waarin vagebonden breken met alle regels van de islamitische wetgeving, de sharia, en de sociale normen van de Perzische middeleeuwse samenleving. Zo drinken ze wijn in overvloed en hebben ze seks met jonge mannelijke bedienden in bordelen.

Alsof dat nog niet erg genoeg is, zien ze er ook nog eens goddeloos uit: sommigen dragen helemaal niets, anderen slechts een jutezak. Vaak zijn ze helemaal kaalgeschoren, terwijl het voorbeeld van de profeet Mohammed moslimmannen leert om een baard te laten staan. Zo lokken zij veel weerstand uit van conservatieve geestelijken en de normatieve moslimmeerderheid in de samenleving, die de vagebonden zelfs beschuldigen van blasfemie!

Deze kritiek werd dus bewust uitgelokt. Door hun vroomheid naar buiten toe te verbergen werd de valkuil van hypocrisie in het geloof voorkomen. Als de rest van de stad denkt dat je een ongelovige bij uitstek bent, loop je immers niet het gevaar dat je je voor aards gewin vromer voordoet dan je diep van binnen echt bent. Je zuivert als het ware je geloof van hypocrisie. De harde kritiek dwingt je namelijk het écht alleen vanuit liefde voor God te doen, niet vanuit je ego. Daarom worden deze wilde types in de poëzie niet afgeschilderd als van God los maar juist als erg dicht bij Hem.

Zo ook in de poëzie van Rumi (1207-1273). Hij gebruikt de vagebonden vaak als metaforisch rolmodel voor ware vroomheid. Hij waarschuwt moslims zo voor de valkuil van de hypocrisie. Dit zal ik illustreren aan de hand van een gedicht over een kruidenier, een papegaai, en een vagebond.

De papegaai en de kruidenier

Er bestaat er bij deze vagebonden een groot verschil tussen hoe ze op de rest van de wereld overkomen en hoe ze diep van binnen écht zijn. In dit gedicht speelt zo’n verschil niet alleen bij de vagebond maar ook bij de papegaai.

Het is een mooie, indrukwekkende papegaai: hij is welbespraakt en geestig. Een kruidenier houdt hem in zijn winkel en soms laat hij de vogel zelfs toezicht houden op de winkel. Maar dan gaat het mis op zo’n dag dat de papegaai toezicht houdt. Er springt onverwachts een kat de winkel in. De vogel schrikt hier zo van dat hij flesjes rozenolie omvergooit. Wanneer de kruidenier terugkomt ziet hij dat de winkel onder de olievlekken zit en uit woede slaat hij de papegaai op zijn kop. Door deze klap verliest de vogel niet alleen de veren op zijn kop, maar ook zijn stem. Hij valt dagenlang stil, tot groot verdriet van de kruidenier. Die doet er alles aan om de stem van de papegaai terug te winnen. Dit lijkt onmogelijk, tot er een vagebond, een derwisj gekleed in jute, in beeld verschijnt:

Een bedelende derwisj in een jutezak met een kaal hoofd passeerde

met een hoofd zonder haar zoals de buitenkant van een schaal en een groot

bassin

Hij kwam binnen en op dat moment begon de papegaai te spreken

hij schreeuwde naar de derwisj gekleed in jute zoals bezitters van intellect dat

doen

‘Hoe, oh kale, begeef jij je soms tussen de kalen?

heb jij wellicht ook de olie uit de flessen gemorst?’

Deze analogie bracht de mensen aan het lachen want hij [de papegaai]

dacht dat hij hetzelfde was als de eigenaar van de opgelapte mantel

De humor zit hem hier in de tegenstelling. Tijdgenoten van Rumi wisten dat de derwisj met zijn kaalgeschoren hoofd bewust tegen de islamitische wetgeving en sociale normen ingaat. En dat zijn kale hoofd daarmee een symbool van zijn persoonlijke, verinnerlijkte relatie met God is. De vogel, daarentegen, laat met zijn opmerking juist zien dat hij ver van God afstaat. Hij werd geprezen om zijn uiterlijk en mooie stem, maar de inhoud van zijn woorden verraadt hem en laat zijn ware aard zien. Het publiek leert zo op humoristische wijze dat ze de vogel niet op zijn uiterlijk hadden moeten beoordelen.

Zo leert Rumi ons dat we ons moeten weerhouden van het vertonen van uiterlijk vroom gedrag. Mensen die hun baard laten staan en veel praten om te laten zien hoe vroom ze wel niet zijn moeten leren om hun ego wat beter in bedwang te houden, want echte vroomheid zit vanbinnen. En dat geldt natuurlijk voor elke gelovige.


© Alexandra Nieweg and the Beyond Sharia ERC Project, 2024. This project has received funding from the European Research Council (ERC) under the European Union’s Horizon 2020 research and innovation programme (Grant agreement No. 101020403). Any unlicensed use of this blog without written permission from the author and the Beyond Sharia ERC Project is prohibited. Any use of this blog should give full credit to Alexandra Nieweg and the Beyond Sharia ERC Project.

One thought on “Rumi over virtue signalling

  1. Beste Alexandra, je schrijft een heldere inleiding tot qalandariyyat, met een mooie analyse van het Rumi-verhaal over de papegaai. Ja, naar zijn aard papegaait de papegaai en weet niet waarover hij spreekt.
    Vraag: is er ook kritiek op qalandars geweest in de zin dat opzettelijk non-conformisme de non-conformist bindt aan datgene wat hij aan de kaak stelt en hem daarvan niet vrij maakt? M.a.w. antinomisme is gebonden aan de nomos. En is in verband daarmee de qalandars arrogantie verweten (belerend gedrag)?
    Veel succes met je onderzoek!
    Rokus

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *